Eén Europese identiteit maakt het internet veiliger
Met een paar muisklikken kunnen kinderen zonder moeite online alcohol of tabak kopen. Daar moet een einde aan komen. Vandaag presenteert de Europese Commissie een wetsvoorstel voor één Europees systeem voor een digitale identiteit. Dit een noodzakelijke stap om minderjarigen te beschermen, tegenwicht te bieden aan de massale dataverzameling van Big Tech en betrouwbare communicatie met de overheid te garanderen.
In 2014 voerde Brussel de zogeheten eIDAS-wet in die het mogelijk maakt nationale online identiteitssytemen, zoals DigiD, samen te laten werken met varianten van andere landen. Vandaag gaat de Commissie een stap verder door één digitale portemonnee te ontwikkelen die over de grens werkt en het ook mogelijk gaat maken om in te loggen bij private diensten. Hierdoor worden Europese burgers weer eigenaar over hun data en kunnen ze zelf kiezen met wie ze welke data delen.
Wat offline illegaal is, moet ook online illegaal zijn. Dit blijkt echter niet de realiteit. Kinderen kunnen met groot gemak online producten en diensten kopen waarvoor ze zich in de winkel zich moeten legitimeren.
Het is de hoogste tijd dat we de virtuele en reële wereld bij elkaar brengen en zo het internet veilig maken voor minderjarigen.
Daarnaast hebben big tech-bedrijven de afgelopen jaren er alles aan gedaan om met private inlogsystemen onze persoonlijke data en betaalgegevens af te troggelen. Een publiek systeem brengt een einde aan dit hamstergedrag, kan betrouwbare overheidscommunicatie garanderen en geeft ons de soevereiniteit over onze data terug.
Het wetsvoorstel voor een digitale portemonnee zal nu in behandeling genomen worden door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Ik zal betrokken zijn bij de onderhandelingen. De wet treedt naar verwachting rond 2023 in werking.