EU, bescherm onze banen tegen de bullebakken

Het is toe te juichen dat de EU de comateuze Wereldhandelsorganisatie in leven probeert te houden, schrijft . Anders worden we geraakt door valse concurrentie.

Eén enkel persoon kan een hoop problemen veroorzaken: bijvoorbeeld door uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen en onbehagen te scheppen bij de NAVO. En nu heeft Trump zelfs de afbraak van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) ingezet. Het Beroepsorgaan van dit belangrijke instituut dat toeziet op de naleving van internationale handelsafspraken staat buitenspel.

De afbraak van de WTO luidt een onzeker tijdperk in. Waarbij we misschien wel teruggaan naar vooroorlogse tijden. Waar het recht van de sterkste geldt. Zonder de WTO is Europa kwetsbaarder voor dumping uit de VS, China en andere landen. Oneerlijke concurrentie van producten die niet aan onze sociale en milieunormen voldoen en die ook nog van oneerlijke staatssteun profiteren.

Als we geen dam opwerpen tegen dumping, staan banen in de hele Nederlandse economie op de tocht. Kijk naar een bedrijf als Tata Steel. Dat heeft het al moeilijk genoeg zonder handelsoorlog. De volledige Europese staalindustrie zal nu alleen nog maar meer te lijden krijgen onder oneerlijke concurrentie van China. Zonder maatregelen tegen dumping lijkt een bloedbad onvermijdelijk.

Zij zijn niet het enige bedrijf dat dan in de problemen komt. De pijn zal te voelen zijn van de fietsenfabrieken in Friesland tot de producenten van auto-onderdelen in Limburg. Dumping moet aangepakt kunnen worden om eerlijk handel te kunnen blijven drijven, het basisprincipe van de WTO.

Europa gaat nu zijn regels aanpassen. Want het is absurd dat de Amerikaanse president eigenhandig de hoogste scheidsrechter bij handelsgeschillen buitenspel heeft gezet met het blokkeren van de benoeming van nieuwe juristen tot het Beroepsorgaan, dat sinds vorige week niet meer operationeel is.

Hou arbitrage zelf in stand

Ik verwelkom daarom de maatregel van de Europese Unie om de WTO via een omweg in stand te houden, ook zonder het lamgelegde Beroepsorgaan. Er is namelijk een WTO-panel, dat een eerste uitspraak doet over handelsgeschillen. De EU wil zich nu gaan houden aan het oordeel van deze experts en niet meer in beroep gaan, samen met gelijkgestemde landen, een soort coalition of the willing. Landen die handel willen drijven met de EU moeten dat onder deze voorwaarden doen. Wie dat niet wil, wordt geconfronteerd met hogere tarieven.

ijkomend voordeel: kortere procedures. De EU doorliep altijd als braafste jongetje van de klas iedere WTO-procedure tot het eind en wachtte de uitspraak van het Beroepsorgaan geduldig af. Er ging veel tijd verloren voordat eventuele tegenmaatregelen, zoals importbeperkingen en tarieven, genomen konden worden. Nu kan dat veel sneller.

De nieuwe EU-maatregel houdt weliswaar het idee van de WTO in stand, maar er was de afgelopen tijd ook wel het een en ander aan te merken op de Wereldhandelsorganisatie. Daarom was het ook niet moeilijk voor Trump om het Beroepsorgaan buitenspel te zetten. De voorwaarden van het internationale handelssysteem moeten worden aangepast aan deze tijd. Erken bijvoorbeeld dat China nu echt wel een volwassen macht is, zodat echte ontwikkelingslanden de steun krijgen die ze nodig hebben.

Handelsrelatie met de Britten

Er is haast geboden. Nu we inmiddels de zekerheid hebben dat het Verenigd Koninkrijk op 31 januari volgend jaar uit de EU vertrekt, is het acuut geworden dat de WTO-regels worden herzien. Het is namelijk nog onzeker of het lukt om voor het einde van 2020 een nieuwe handelsrelatie tussen de EU en het VK in een akkoord te gieten. Deze handelsbetrekkingen moeten in geval van nood geregeld worden binnen de WTO.

De Chinese tijger is volwassen. Trump slaat om zich heen als een dreinend kind. En met een mogelijke omvorming van de VK tot vrijhandelsparadijs, een Singapore-aan-de-Theems, nu Boris Johnson een sterk mandaat heeft gekregen, moet Europa op iedereen met een stevig antwoord komen. Actie vraagt om reactie. De wereldorde verandert, logisch. Maar dit mag niet ten koste gaan van eerlijke banen voor werknemers in Nederland en Europa.

Opiniestuk verschenen in NRC