Onaanvaardbaar om bescherming arbeiders in onze aanvoerketens te verlagen

Onaanvaardbaar om bescherming arbeiders in onze aanvoerketens te verlagen

Het zogeheten Bangladesh-akkoord, dat kledingfabrieken in het land veiliger moet maken, zou normaal gezien vandaag verlopen. Het akkoord werd na acht jaar ternauwernood met drie maanden verlengd, maar hoe het daarna verder moet, is nog onduidelijk. Eén ding is wel duidelijk: “een veiligheidsakkoord voor Bangladesh blijft onveranderd nodig.”

Rana Plaza

Na de dodelijke Rana Plaza ramp in april 2013, waarbij ruim 1100 arbeiders om het leven kwamen, zette een groot aantal internationale en nationale kledingmerken hun handtekeningen onder het zogenaamde Bangladesh Fire and Safety Accord. Deze baanbrekende overeenkomst moest zorgen voor structurele verbeteringen op het gebied van veiligheid in de fabrieken in Bangladesh.

“Het is onaanvaardbaar om de bescherming van arbeiders in onze aanvoerketens nu te verlagen. We kunnen deze mensen niet aan hun lot overlaten”

Het akkoord is een bindende afspraak tussen kledingmerken, vakbonden en ngo’s. Er vallen zo’n 1600 fabrieken onder, ongeveer een derde van de totale hoeveelheid kledingfabrieken in het land. Het veiligheidsakkoord zorgt voor een uitgebreid programma van fabrieksinspecties, verbetering van onveilige werkplekken en trainingen aan kledingarbeiders over veiligheid en gezondheid.

De onderhandelingen tussen internationale en nationale kledingmerken en vakbonden over de verlenging van het akkoord verlopen echter uiterst moeizaam.

Bangladesh 2.0

Dat verlenging van het akkoord broodnodig is, blijkt keer op keer uit nieuwsberichten. Zo kwam vorige week nog een onderzoek uit van SOMO over de link tussen grote kledingmerken en dwangarbeid in spinnerijen.

“De soms erbarmelijke omstandigheden van arbeiders in onze aanvoerketens buiten Europa, schreeuwen om heldere regels voor ketenaansprakelijkheid”

“Een veiligheidsakkoord voor Bangladesh blijft onveranderd nodig. Werknemers in de textielindustrie wereldwijd verdienen fatsoenlijke en veilige werkomstandigheden én onafhankelijk toezicht”, vertelt Agnes Jongerius strijdvaardig. “We moeten ons internationaal hard blijven maken voor een Bangladesh-akkoord 2.0. Het is onaanvaardbaar om de bescherming van arbeiders in onze aanvoerketens nu te verlagen. We kunnen deze mensen niet aan hun lot overlaten.”

Wetgeving nodig

“De soms erbarmelijke omstandigheden van arbeiders in onze aanvoerketens buiten Europa, schreeuwen om heldere regels voor ketenaansprakelijkheid”, vult Lara Wolters aan.

En die regels komen er ook. Het Parlement maakt werk van een IMVO-wet (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). “Maar die wet geldt op zijn vroegst pas eind volgend jaar, dus een verlenging van drie maanden is geen duurzame oplossing. We kunnen niet accepteren dat we – met het laten verlopen van dit akkoord – eerst een stap achteruit zetten, voordat we een sprong voorwaarts maken. Daarvoor is de situatie in onze aanvoerketens te precair.”