Groene stroom overtreft voor het eerst fossiele stroom in Europa

Groene stroom overtreft voor het eerst fossiele stroom in Europa

Voor het eerst werd in de Europese Unie meer elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie dan uit fossiele brandstoffen. Dat blijkt uit een eerste raming voor 2020 door het Europees statistiekbureau Eurostat. Een belangrijke mijlpaal in de energietransitie.

De coronacrisis leidde algemeen tot een verminderde vraag naar energie. Dat woog voornamelijk op de opwekking van elektriciteit uit fossiele brandstoffen, goed voor een daling in vergelijking met 2019 van bijna 10 procent. Ook kerncentrales zorgden voor minder stroom.

Omgekeerd werd meer elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. In die mate dat voor het eerst meer stroom werd opgewekt uit hernieuwbare bronnen dan uit fossiele brandstoffen. Een belangrijke mijlpaal.

Europese doelstellingen

Van alle EU-landen was Nederland het verst verwijderd van het verwezenlijken van de doelstellingen voor hernieuwbare energie in 2020. Volgens de Europese richtlijn moest Nederland 14 procent van zijn energie halen uit hernieuwbare bronnen, terwijl we uitkomen op slechts 11 procent. Ter compensatie kan hernieuwbare energie worden ingekocht bij andere landen.

De energietransitie zal de verslaving van de westerse wereld aan fossiele brandstoffen doorbreken.

 

Elf lidstaten haalden hun doelstellingen voor de opwekking van hernieuwbare energie voor 2020. Zweden is koploper en wekt meer dan de helft van de energie op uit duurzame bronnen. Finland, Letland, Oostenrijk en Denemarken zitten boven de 30 procent opgewekte hernieuwbare energie.

Op 14 juli presenteert de Europese Commissie – onder de noemer van het ‘Fit for 55’ pakket – een herziening van de Europese richtlijn, waarbij het onder andere de doelstellingen voor hernieuwbare energie nog zal aanscherpen. 

Kritieke grondstoffen

De energietransitie zal de verslaving van de westerse wereld aan fossiele brandstoffen doorbreken. Maar het betekent niet dat er zomaar een eind zal komen aan de geopolitieke dimensie van de energiebevoorrading in de wereld.

Hoe meer groene stroom de plaats zal innemen van fossiele brandstoffen, hoe meer het belang van metalen als lithium, neodimium, kobalt, koper en nikkel toeneemt. Niet alleen voor de productie van batterijen, maar ook voor de generatoren van windmolens, voor de fotovoltaïsche cellen van zonnepanelen en voor de elektrolytische cellen waarmee groene waterstof wordt geproduceerd.

Daarom is het goed dat de Europese Commissie eind vorig jaar al kwam met een actieplan inzake kritieke grondstoffen. Dit actieplan is broodnodig om de Europese belofte van klimaatneutraliteit in 2050 te realiseren. Het plan brengt kritieke grondstoffen in kaart en moet de Europese Unie minder afhankelijk maken van derde landen.